Verskil tüsken versys van "Wikipedia:Algemene Nedersaksische Schriefwieze"

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
anpassing
Regel 47:
|-
|ae
|zie ook: ea
|
|[ɛː]
|waeter (stl), laevenlaete (sdz), baere (gosstl)
|fête (Frans)
|-
|aei
|zie ook: eai
|
|[ɛːi]
|faeilik (twd)draeien, draeiekraeie (veksdz)
|räich (Luxemburgs)
|-
Regel 103:
|zie ook: ae
|[ɛː]
|meaken (twd), leaven (twdsdz), leaven, beare (gos)
|fête (Frans)
|-
Regel 109:
|zie ook: aei
|[ɛːi]
|dreaienfeailik (twd), meaien (twd)
|räich (Luxemburgs)
|-
Regel 317:
*'''Wijziging''': De omschrijving van de ''ää'' aangepast. Voortaan alleen in gebruik om nadrukkelijke uitspraakverschillen aan te geven, in doorlopende teksten <aa>.
*'''Wijziging''': Het gebruik van de ''c'' in woorden met een s-klank aangepast.
*'''Wijziging''': De ''<ae>'' en ''<ea>'' worden thans gebruikt al naar gelang van de Oudsaksische etymologie om de herkenbaarheid van het woord te vergroten (men schrijft dus niet meer ''aeten'' maar ''eaten'', andere Nedersaksische vormen hebben daar meestal ''eten'').
*'''Wijziging''': De ''<ao>'' en ''<oa>'' worden thans gebruikt al naar gelang van de Oudsaksische etymologie om de herkenbaarheid van het woord te vergroten (men schrijft dus niet meer ''aover'' maar ''oaver'', andere Nedersaksische vormen hebben daar meestal ''over''). De distinctie tussen de lichte en donkere o-klank blijft wel gehandhaafd.
 
===Wijzigingen en aanvullingen 2016===
*'''Wijziging''': De /<h/> in het lidwoord 'het' wordt niet geschreven, en wordt voluit dus 'et' (voorkeur voor verkorte lidwoorden blijft).
*'''Wijziging''': Het Urkers schrijft /<ea/> voor de lange e-klank (dus in plaats van /<ae/>). Zie ook het commentaar bij 'klinkers'.
*'''Aanvulling''': In het Stellingwerfs en het West-Gronings wordt het lidwoord ''de'' in sommige samenstellingen gereduceerd tot ''e'' (bv. ''op e diek'' voor 'op de dijk'), dit wordt ook zo geschreven, zonder apostrof.
===Wijzigingen en aanvullingen 2015===
*'''Wijziging''': De langgerekte i-klank, zoals gebruikt in het Gronings, wordt voortaan geschreven als /<nowiki><i></nowiki> (voorheen: /<ea/>).
*'''Wijziging''': Het Twents schrijft /<oa/> voor de ''lichte lange o-klank'' (dus in plaats van /<ao/>) en /<ea/> voor de lange e-klank (dus in plaats van /<ae/>). Zie ook het commentaar bij 'klinkers'.
*'''Aanvulling''': Aan het eind van een woord geen verdubbeling van de medeklinker, dus ''ik kan'' i.p.v. ''ik kann''. In het geval van 'glottale versterking' (met name in het Twents, meestal voorafgaand aan een t-consonant) kan er eventueel wel een dubbele consonant worden geschreven, bv. ''vie loatt'' en ''ie weett''.
 
Regel 351 ⟶ 353:
 
===Klinkers===
*De lange e-klank, zoals in het Franse ''militair'', wordt geschreven als /<ae/.> Het(teruggaand Twentsop ena/aa) hetof Urkers<ea> vormen hier de uitzondering(teruggaand op, hier schrijft men de e/ae/i), altijdal alsnaar /ea/,gelang vanwegevan de langeOudsaksische traditieetymologie van(of hetwoordherkomst). schrijven van /ea/.
*De lange i-klank, zoals in het Nederlandse ''beer'', wordt net als in het Nederlands geschreven als /<ee/>.
*De donkere lange o-klank{{Info|De Groningse oa: zo genoemd vanwege het veelvuldig gebruik in het Gronings, maar kan ook in andere dialecten voorkomen}} (klinkt als nl. ng'''oo'''rdt) wordt altijd als /<oa/> geschreven (dus: goan, loat, proat in ondermeer het Gronings, ongeveer uitgesproken als goon, loot, proot). De <oa> wordt ook gebruikt voor de lichte lange o-klank in woorden die teruggaan op een Oudsaksische vorm met een u/o (bv. oaver, boaven; meestal hebben deze vormen een <oo> in het Nederlands).
*De lichte lange o-klank (klinkt als en. t'''a'''lk of nl. r'''o'''ze of z'''o'''ne) wordt overal (ook in het Gronings) als /<ao/> geschreven (dus: aofmaoken, maor, praot, laot). Voor het zuiden van het Nedersaksische taalgebied betekent dit dat deze klank overal als /<ao/> wordt geschreven. Het Twents vormt hier de uitzondering op, hier schrijft men de /<ao/> altijd als /<oa/>, vanwege de lange traditie van het schrijven van /<oa/>. Alhoewel woorden als: ''koor, ore, poorte'' vóór een /-r/ als /<ao/> klinken, worden ze geschreven met /<o{{Small()|o}}/>).
*Afrondingen van klinkers door een j- of w-klank worden, zoals in het Nederlands, zo veel mogelijk geschreven als -i of -u (dus: ''luui'' en niet ''luuj'', ''kou'' (t tegenoverestelden van warmte) en niet ''kouw'').
**Uitzondering is wanneer er in plaats van een d-klank een j- of w-klank wordt gehoord (bv. lu'''j'''en en hou'''w'''en waar het overige taalgebied lu'''d'''en en ho'''ld'''en zegt) etc. (bekende woordbeelden als ''roo'''i'''e'', ''goe'''i'''e'', ''doo'''i'''e'' blijven onveranderd).
Regel 360 ⟶ 362:
*De Groningse/Noord-Drentse ee-klank die wordt gevolgd door een j-klank wordt geschreven als eei. Omdat in het Gronings vrijwel alle ee's als eei worden uitgesproken, volstaat daar ook gewoon ''ee''. In Noord-Drenthe, waar zowel de Groningse als de Drentse ee voorkomt, wordt wel altijd eei geschreven om hier onderscheid tussen te maken.
*De Groningse/Noord-Drentse oo-klank die wordt gevolgd door een w-klank wordt geschreven als oou. Omdat in het Gronings vrijwel alle oo's als oou worden uitgesproken, volstaat daar ook gewoon ''oo''. In Noord-Drenthe, waar zowel de Groningse als de Drentse oo voorkomt, wordt wel altijd oou geschreven om hier onderscheid tussen te maken.
*De lichte lange o-klank (ao) die wordt gevolgd door een j-klank wordt geschreven als /<aoi/>.
*De lange uu-klank die wordt gevolgd door een j-klank wordt geschreven als uui.
*De -ij/-ei-klank wordt geschreven naar Nederlands voorbeeld. Daar waar het Nederlands niet als voorbeeld in voorziet, wordt er gekeken naar de etymologie van het desbetreffende woord (twee > twei, drie > drij, die > dij, nieuw > nij), hierbij kan gekeken worden naar bv. het Oudsaksisch, Oudgronings, etc. of naar de Nederlandse klanken.
*De lange en korte ö-klank (zoals in ''frœule'') worden gemaakt met de letter ö. Bij de spelling van deze letter wordt het Nederlandse voorbeeld gevolgd van bijvoorbeeld de a. Dus voor de lange klank: "nölen", "ie nöölt". Voor de korte klank: "röllen".
*In verschillende Nedersaksische spellingssystemen schrijft men een sjwa-klank wanneer die wordt gehoord, bv. ''natuur'' als ''netuur''. In de Algemene Nedersaksiese Schriefwieze wordt dit niet gedaan, aangezien de a weer terugkomt als er een suffix achter komt: netuur > naturist (in de ANS schrijven we dus: natuur > naturist; muziek > musikus; politiek > politikus), bij woorden als ''tillefoon/tellefoon'', ''rippubliek/reppubliek'', ''rippeteren/reppeteren'' kun je gewoon /<nowiki><i></nowiki> of /<e/> schrijven, aangezien dit hier niet het geval is.
*Geen onderscheid lange en korte vokalen (huus-huuz, riet-bier, beest-gele).
*Aan het eind van een woord geen verdubbeling van de klinker, dus ''lu'' ipv ''luu''.
*Klankbreking en neusklanken wordt niet weergegeven, dus niet: ''weeër/weear'' voor "weer" of ''mà/wà'' voor "man/wal").
*Het verschil tussen de aa, ää en ae is soms niet helemaal duidelijk, maar de ää geeft in de ANS een klank weer die tussen de aa en ae in zit {{IPA|[æː]}} (zie het bovenstaande schema bij <aa>/<ae>), hetzelfde principe geldt voor de ä {{IPA|[æ]}}.
*Als de /<nowiki><u></nowiki> aan het einde van een woord (eventueel gevolgd door een -w) kort wordt uitgesproken ({{IPA|[ʏ]}}, slechts in enkele gevallen) dan schrijft men ù, bv. ''ik dù'', ''vlùw'', maar: ''vluwwe'' (hier is geen accent nodig) en ''hùw'' (niet te verwarren met ''huwen'').
 
===Medeklinkers===
Regel 377 ⟶ 379:
*Als een bepaalde medeklinker wordt verzacht doordat hij door een klinker wordt gevolgd, zal de schrijfwijze gelijk blijven, dus: kraande blijft kraante. Uitzonderingen zijn de s-z en de f-v, omdat deze ook in het Nederlands voorkomen.
*Aan het eind van een woord geen verdubbeling van de medeklinker, dus ''ik kan'' i.p.v. ''ik kann''. In het geval van 'glottale versterking' (met name in het Twents, meestal voorafgaand aan een t-consonant) kan er eventueel wel een dubbele consonant worden geschreven, bv. ''vie loatt'' en ''ie weett''.
*In het meervoud van sommige woorden valt de /<d/> vaak weg, bv. laand > lanen, raand > ranen. Hier wordt de /<d/> wél geschreven (want: stam + en), dus: laand > laanden, raand > raanden. In werkwoorden geldt hetzelfde principe, tenzij de stam van het woord ook zonder /<d/> is, bv. "Ik vien(e)" > "Wulen vienen", "ik wor" > "wulie worren".
*In sommige dialecten komt t-deletie en d-deletie voor (bv. in het Nunspeets/Rijssens), in dergelijke gevallen worden de /<t/> en /<d/> wél geschreven (behalve als de uitspraak nauwkeurig moet worden weergegeven), bv. locht (niet: loch), emaakt (niet: emaak), heurden (verleden tijd van horen; niet: heuren).
 
===Specifieke woorden en gebruiken===
Regel 389 ⟶ 391:
*In woorden als ''zwart'' en ''word'' wordt de -r gewoon geschreven, ondanks dat deze niet wordt uitgesproken.
*Het voltooid deelwoord van samengestelde werkwoorden wordt zoveel mogelijk aaneengeschreven, wanneer dat tot een verkeerde uitspraak kan leiden wordt er een streepje tussen geschreven, bv. ''uutespreuken'', ''deuregaon'', ''aofestapt'', ''schonemaakt'', maar: ''in-egaon'', ''op-ezet'', bie-edaon (''inegaon'', ''opezet'' en bieedaon zouden kunnen leiden tot de verkeerde uitspraak ''ienegaon'', ''oopezet'' en ''bjeedaon'').
*Het gebruik van de verkorte en niet-verkorte lidwoorden niet door elkaar laten lopen (dus consequent: ''de, t, n/ne/nen'' óf ''de, et{{Info|De /<h/> wordt niet uitgesproken en dus ook niet geschreven, ook vanuit etymologische redenen}}, een/ne/nen/den''), de voorkeur gaat uit naar de afgekorte vorm.
*Het verschil tussen de ''sch'' ({{IPA|[sx]}}, ''school''), ''sk'' ({{IPA|[sk]}}, ''skoele'') en ''sj'' ({{IPA|[ʃ]}}, ''sjoel'') komen wel tot uitdrukking in de spelling.
*De tussen-n wordt alleen geschreven wanneer deze gehoord wordt, bv. ''schaopevel'' (uitspraak: {{IPA|[sxɔːpəvɛl]}}, zónder hoorbare tussen-n) of ''schaopenvel'' (uitspraak: {{IPA|[sxɔːpm̩vɛl]}}, mét hoorbare tussen-n).
Regel 395 ⟶ 397:
==Voorbeelden in de ANS-spelling==
===Achterhoeks===
Mien breurken had gisteren ezocht naor ziene losse cd's en hef ze in n deusken edaone, zodat e ze neet kwiet zol raken. Hee was veur twee daege bi'j mienen ome op de boerderi'je ewest en to had e ze met-enommen. To at e bie de beeste ging kieken, was der ene oet evollen. Saovends late was mien breur in t hoes ekommen en vroog an mi'j: "He'j an miene spegelplaetjes ezetten?". Ik zaezea a'k dat neet edaone had, maor hee meenden at der ene vort was. Hysteries vlaogvloag e duur t hoes hen en to bedacht e zichzelf det e met t deusken bi'j de lämmekes ewest was. To at e naor mienen ome hen veurden en in t laand ging kieken, zag e nen blauwen skien in t grös. t Was zien spegelplaetjen en gelukkig was der niks met gebeurd. Hee baodboad mi'j vrendelik ziene verontskuldigingen an veur de antiegings. "Zö'w argens hen etten gaon?" vroog mien mo. Mien va zaezea: "Is good, mer neet te duur heur, leverd!", en daor ginge wie dan. To a'w gingen zitten vroog n ober wa'w drinken wollen. Ik nam n glaesken water en de rest wol wien. In enen zaezea mien va: "Goddomme, ik mot de sköpe nog voren!". Mien mo wordden hellig: "Reert neet zo! Dat kö'j vanaovend ok nog wal!" Mien va nam t an en begon haenigheanig an zienen biefstuk. Geleuft mi'j, as miene olde leu hen etten gaot, dan kö'j der neet bi'j waenwean!
 
===Drents (Kop van Drenthe)===
Mien bruiertie had göster zöcht naor zien lösse cd's en hef ze in n deusie daon, zodat e ze niet kwiet raoken zol. Hij was twei daogen leden bij mien oom op e boerderij west en doe hef e ze metnömmen. Doe as e bij de dieren gung kieken, was der ien oetvallen. Saovends laot was mien bruier in hoes kommen en vruig e an mij: "He'j an mien speeigelplaoties{{Info|Wij neumt dit n 'Nij-DraentsDreants' woord}} zeten? Ik zeei da'k dat niet daon hef, maor hij docht dat der ien vort was. Hysteries vleug e deur t hoes hen en doe bedocht hij hum dat e met t deusie bij de lammechies west was. Doe as e naor mien oom hen reed en in t laand kieken gung, zag e n blauwe glienstering in t gras. t Was zien speeigelplaotie en gelukkig was der niks mis met. Hij beud mij zien exkuses an veur de kwaodsprekerij. "Zu'w argens eten gaon?" vreug mien moe. Mien vao(der) zee: "Gooud, maor neeit zo duur heur! {{Info|lieverd bestaat niet in het Drents. Hooguit kan in Noord-Drents 'leeivie' broekt worden}}" En daor gungen wij dan. Doe a'w gungen zitten, vreug n ober wat a'w te drinken wollen. Ik nam n glasie waoter en de aanderen wollen wien. Opiens zee mien vao(der): "Wat drommel, Ik mot de schaopen nog te vraetenvreaten geven". Mien moe wör grammietig: "Praot neeit zo luud, dat ku'j vanaovend ok nog wal". Mien vao begun langzaom an zien biefstuk. Geleuf mij, as mien olde lu oeteten gaot, dan ku'j der beter niet bij wezen.
 
===Overijssels (Nieuwleusen)===
Mien breurtien had gister ezocht naor zien lösse cd's en hef ze in n deusien edaone, zodet e ze niet kwiet zol raken. Hi'j was twei dagen elene bi'j mien oom op de boerderi'je west en toen had e ze mit-eneumen. Toe as e bi'j de dieren gung kieken, was der iene uut evalen. Saovends late was mien breur in huus ekomen en vreug e an mi'j: "He'j an mien spiegelplaoties{{Info|Dit woord wördt niet algemien gebruukt}} ezeten?" Ik zee de'k det niet had edaone, mar hi'j mienden det der iene vört was. Hysteries vleug e deur t huus hen en toen bedocht e hum det e mit t deusien bi'j de lammechies ewest had. Toe as e naor mien oom hen reed en in t laand gung kieken, zag e n blauwe glinstering in t grös. t Was zien spiegelplaotien en gelokkig was der niks mit gebeurd. Hi'j beud mi'j vriendelik zien verontschuldigingen an veur de anti'jgingen. "Zu'w aargens gaon aeteneaten?" vreug mien moe. Mien va zee: "Is goed, mar niet zo duur heur, lieverd!" En daor gunge wi'j dan. Toe a'w gungen zitten, vreug n ober wat a'w drinken wolden. Ik nam n glasien water en de rest wol wien. Inienen zee mien va: "Wat bliksem, ik mutte de schaopen nog voeren!" Mien moe wördden hellig: "Praot niet zo hard! Det ku'j vanaovend ok nog wal!" Mien va aksepteerden t en begunden langzem an zien biefstuk. Geleuft mi'j: as mien volk uutaetenuuteaten giet, dan ku'j der niet bi'j wezen!
 
===Gronings===
====Oldambt====
Mien brööiertje haar guster zööcht noar zien lözze cd's en het dij ien n deuske doan, zodat hai dij nait kwietroaken zol. Hai was twij doag leden bie mien omke op boerderij waestweast en dou haar hai heur mitnomen. Dou er moal bie de daaier kieken gong, was hom aine der oet valen. Soavends loat was mien brööier bie hoes kommen en vruig er aan mie: "Hest bie mien spaigelploatjes zeten?". Ik zee dat ik dat nait doan haar, maor hai mainde dat der aine vot was. Hysteries vloog hai deur t hoes hin en dou bedocht er zok ien ains dat er mit deuske bie de lammekes waestweast haar. Dou er noar mien omke tou reed en ien t laand kieken gong, zag er n blaauwe glin tou t gras oet schienen. t Was zien spaigelploatje en gelokkig was der niks mit beurd. Hai bood mie vrundelik zien exkuses aan veur de beschuldigens. "Sa've oeteten goan?" vruig mien moe. Mien pa zee: "Is goud, maor nait zo duur hoor, laiverd!" En doar gongen wie hin. Dou wie zitten gongen vruig de ober wat wie zoepen wollen. Ik haar n glaske woater en de rest wol wien. Op ains zee mien voader: "Laive God, ik mout de schoapen nog voueren!". Mien moe wör lillik: "Proat nait zo haard! Dat kinst natuurlieks vanoavend ook nog doun!" Mien pa aksepteerde t en gong trankiel aan zien biefstok. Leuf mie, as mien ollu oeteten goan, kinst der nait bie wezen!
 
====Westerkwartier====
Regel 417 ⟶ 419:
 
====Kop van Overijssel (Zuidveen)====
Mien breurtien had gister ezocht naor zien lösse cd's en hef ze in n deusien edaone, zodet e ze niet kwiet zol raeken. Hi'j was twei daegen elene bi'j mien oom op de boerderi'je west en toen had e ze mit-eneumen. Toe as e bi'j de dieren gong kieken, was der iene uut evalen. Saovends laete was mien breur in huus ekomen en vreug e an mi'j: "He'j an mien spiegelplaoties{{Info|Dit woord wördt niet algemien gebruukt}} ezeten?" Ik zee de'k det niet had edaone, mar hi'j mienden det der iene vört was. Hysteries vleug e deur t huus hen en toen bedocht e hom det e mit t deusien bi'j de lammechies ewest had. Toe as e naor mien oom hen reed en in t laand gong kieken, zag e n blauwe glinstering in t grös. t Was zien spiegelplaotien en gelokkig was der niks mit gebeurd. Hi'j beud mi'j vriendelik zien verontschuldigingen an veur de anti'jgingen. "Zu'w aargens gaon aeteneaten?" vreug mien moe. Mien va zee: "Is goed, mar niet zo duur heur, lieverd!" En daor gunge wi'j dan. Toe a'w gongen zitten, vreug n ober wat aw drinken wolden. Ik had n glaesien waeter en de rest wol wien. Inienen zee mien va: "Wat bliksem, ik mutte de skaopen nog voeren!" Mien moe wördden hellig: "Praot niet zo hard! Det ku'j vanaovend ok nog wal!" Mien va aksepteerden t en begunden langzem an zien biefstuk. Geleuft mi'j: as mien volk uutaetenuuteaten giet, dan ku'j der niet bi'j wezen!
 
===Twents (Rijssen)===