Verskil tüsken versys van "Beekbergerwald"

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Hunynck (Oaverleg | bydragen)
Maked döär et oaversetten van de syde "Beekbergerwoud"
Hunynck (Oaverleg | bydragen)
Maked döär et oaversetten van de syde "Beekbergerwoud"
Regel 15:
 
"''Dit bosch is een der merkwaardigste bosschen van ons Vaderland en misschien het eenig natuurwoud, waar nooit in geplant is of wordt. De plantengroei is er zo weelderig als ergens in ons geheele land. Het bestaat meest uit elzenbomen, die zich zelven zaaien, en soms wel een hoogte van 20 ellen bereiken. Voorts ziet men er de schoonste essen en eikenbomen, heesters van de vreemdste soort en wilde bloemen. De zwarte bezie, de framboos, de braam- en de boschbes vindt men er in overvloed. Ook nestelen er goudvinken en nachtegalen; terwijl er eenige hoge terpen, horsten genaamd, in gevonden worden, waarvan de hoogste eenige oudheden opgeleverd heeft, die waardig zijn verder nagespeurd te worden. Wegens de weeken, moerassigen grond, kan uit dit bosch niet dan bij sterke vorst gehaald worden, en is het slechts bij drooge zomers te begaan. Het is 156 bunder, 16 vierk. roeden, 20 v. ellen groot, en behoort aan de eigenaars der Ugchelse mark onder Beekbergen."''{{Citaat|''Dit bosch is een der merkwaardigste bosschen van ons Vaderland en misschien het eenig natuurwoud, waar nooit in geplant is of wordt. De plantengroei is er zo weelderig als ergens in ons geheele land. Het bestaat meest uit elzenbomen, die zich zelven zaaien, en soms wel een hoogte van 20 ellen bereiken. Voorts ziet men er de schoonste essen en eikenbomen, heesters van de vreemdste soort en wilde bloemen. De zwarte bezie, de framboos, de braam- en de boschbes vindt men er in overvloed. Ook nestelen er goudvinken en nachtegalen; terwijl er eenige hoge terpen, horsten genaamd, in gevonden worden, waarvan de hoogste eenige oudheden opgeleverd heeft, die waardig zijn verder nagespeurd te worden. Wegens de weeken, moerassigen grond, kan uit dit bosch niet dan bij sterke vorst gehaald worden, en is het slechts bij drooge zomers te begaan. Het is 156 bunder, 16 vierk. roeden, 20 v. ellen groot, en behoort aan de eigenaars der Ugchelse mark onder Beekbergen.''}}
Van der Aa hef neet gelyk as et gåt umme de eygendom. Et gebeed was van de Liedermark. Wieters wurd er in et gebeed op de hogere deylen van et wald eplant, der werd ekapt en sölfs espit.{{Citaat}}
 
Neet lange nå eum gingen O.G. Heldring en R.H. Graadt Jonckers når et wald. Eur gids was 'n olde jager van 80 tot 90 jåre old med 'n pak an van hertenleder. Se komt an by 'n plek wår gehakt wurd en se bekykt machtig mooie essen van 80 voet hoge. By de kap wurd ouk feest evierd, der bint vuren anestoken wår lüde umhenne sit, 'n köke en süptavvel ståt klår. "''Hier nestelt raaf, reiger, roerdomp, ijsvogeltje en nachtegaal''". Se komt an by de Grote Horst, en sint weyr up vaste grond. De horst is begröid med eiken, dee der bint eplant. "''...bij die gelegenheid ik weet niet wat wondere potten en ijzeren ketenen uit den grond gehaald''".