Verskil tüsken versys van "Wikipedia:Algemene Nedersaksische Schriefwieze"

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Droadnaegel (Oaverleg | bydragen)
Versie 278530 van 77.168.156.159 (overleg) weerummedreid: bepaolde dingen he'j absoliet geliek, maor "lijden tot" lao'w neet staon, en veurbeeldteksten dee't ofwiekt van ANS ok neet
Regel 1:
De '''[[Algemene Nedersaksiese Schriefwieze]]''' ('''ANS''') is in 2011 ontwikkeld door de Nedersaksische WikipediagemeenschapWikipedia-gemeenschap en is bedoeld als spellingsvoorschrift voor het gehele Nedersaksische taalgebied in Nederland. De SONT-spelling is hierbij als basis gebruikt en van daaruit zijn er verschillende wijzigingen aangebracht. Terwijl de SONT-spelling vooral als uitgangspunt heeft om aan te sluiten bij het Nederlands, heeft de ANS ook als uitgangspunt om enigszins bij het Duitse Nedersaksisch aan te sluiten en om zaken die in het Nederlands zijn verouderd te moderniseren of te versimpelen. Hieronder worden de klanken en spellingsregels in grote lijnen weergegeven.
 
==Letters en combinaties==
Regel 13:
|uitgesproken als ''aa'' in open lettergreep
|[a] of [ʌ]
|wat, talentakke (act), schare (gos)
|das (Duits)
|-
Regel 31:
|gebruikt als er verschillende aa's naast<br />elkaar bestaan die onderscheiden moeten<br />worden (zoals in het Zwols [aː] naast [æː])
|[æː]
|määr (sdz), wären (sdz)?
|drääje (Bernduits)<br />vær (Noors)
|-
Regel 42:
|aauw
|
|[aːwaːu]
|vraauw (gos)
|now (Amerikaans-Engels)
Regel 60:
|ai
|
|[ɑiɑɪ]
|nait (gos)
|bite (Engels)
Regel 66:
|aiw
|
|[ɑiwɑɪw]
|aiw (gos)
|eyewitness
|-
|ao{{Info|Zie kommentaor bie klinkers}}
Regel 107:
|-
|eai
|zie ea
|[ɪːəj]
|neaie (gos)
Regel 122:
|[eːi]
|beeist (nvl)
|nee (Nederlands)
|-
|eeuw
|
|[eːweːu] of [ɪːwɪːu]
|eeuw, leeuw (alg.)
|eeuw (Nederlands)
Regel 132:
|ei, ij
|
|[ɛi], [ɛɪ] of [æi]
|'''ei:''' heit (stl), heiten (m. drt), twei (gos), grei (vel)<br />'''ij:''' nij (gos), dij (gos), hij (vel), saggerijn (alg.)
|my, eie (Afrikaans)
Regel 138:
|eu
|
|[øʏ], [ø], [øː] of [øːə]
|deus (drt), eulie (gos), deur
|øjnesøster (Deens)
|-
|i
Regel 162:
|ieuw
|
|[iwiu] of [iːwiːu]
|kieuw (vel)
|kieuw (Nederlands)
|-
|iew
|[ʏw]
|iewig lang (sdz)
|-
|i'j
Regel 174 ⟶ 180:
|iw
|
|[ɪwɪʋ]
|skiw (act)
|yw (Cornisch)
Regel 180 ⟶ 186:
|o
|uitgesproken als ''oo'' in open lettergreep
|[ɔ], [ɒ] of [oɒ]
|bos (stl), op (gos), groterotse (vel)
|bok (Nederlands)
|-
Regel 196 ⟶ 202:
|gå (Zweeds)
|-
|oai
|oai{{Info|Zie kommentaor bie klinkers}}
|j-klank na de "Groningse oa"
|[oːi]
Regel 256 ⟶ 262:
|blóð (IJslands)
|-
|oowow
|
|[owou]
|noownow (act)
|low (Engels)
|-
Regel 265 ⟶ 271:
|uitgesproken als ''uu'' in open lettergreep
|[ʏ]
|busse (drt), butenbrullen (vel)
|hut (Nederlands)
|-
Regel 279 ⟶ 285:
|fuj (vel), bujje (sdz)
|flugið (IJslands)
|-
|ùw/uw
|[ʏw]
|hùw (stl), vlùw (twd), gruwwelik (twd)
|
 
|-
|uu
Regel 304 ⟶ 303:
|sluw (stl), ruw (vel)
|duw (Nederlands)
|-
|ù(w)
|zie het kopje 'klinkers'
|[ʏw]
|hùw (stl), vlùw (twd), gruwwelik (twdgos)
|}
 
Regel 311 ⟶ 316:
*Het hoofdlettergebruik en de interpunctie wordt in beginsel gebruikt zoals in het Nederlands.
*Daar waar letters wegvallen bij samentrekkingen, zoals in ''ku'j'' (kun iej), wordt een apostrof geschreven.
**Uitzonderingen zijn afkortingen van lidwoorden, die zonder apostrof worden geschreven (dus ''t huus'', ''n huus'', ''ne vrouwe'', ''nen kaerl'') en het voorvoegsel '''s'' ('s avonds: saovends).
**Een andere uitzondering is de afkorting van ''ieje'' of ''jie''. Een vervoeging wordt niet geschreven als ''ku'j''', maar slechts als ''ku'j''. In het geval van ''jim'' (jullie) wordt de schrijfwijze ''ku'j'm'' gehanteerd.
*De i-klank (zoals in ''dit'') die wordt gevolgd door een j-klank, wordt geschreven als i'j. Uit de context van de zin blijkt het onderscheid tussen wi'j (wij) en wi'j (wil {{small()|j}}ie).
*Dubbele spellingstekens ([[digraaf|digrafen]]) zoals ''oa, ao, ae, ea, ch, vv, etc.'' worden niet afgebroken, bv. niet: ''scha-opevel'', ''kov-vie'' of ''marna-eten'', maar: ''schao-pevel'' en ''ko-vvie'' of ''marn-aeten''.
 
===Suffixen===
*Het Nederlandse -lijk wordt geschreven als -lik of -liek.
*Het Nederlandse -ig wordt geschreven als -ig.
*Het Nederlandse -isch{{small()|e}} wordt geschreven als -ies{{small()|e}} of -ieze in het Gronings.
*Het Nederlandse -tie wordt geschreven als -tsie of -sie, al naargelang de uitspraak (bv. ''plietsie'', ''organisasie'').
*Het Nederlandse -en wordt geschreven als -en, ook in geval van -elen, -eren en -enen.
Regel 326 ⟶ 332:
**Bij een woord als ''hond'' blijft de -d staan, dus ''hondtie{{small()|n}}''.
*Bij de verkleinwoorduitgang -ie valt de tweede klinker weg, bv. ''huus'' wordt ''husie''.
*Bij verkleinwoorden valt een onuitgesproken t-klank weg, bv. ''wich'''t''''' wordt ''wichke'' en ''kas'''t''''' wordt ''kassien/kasjen'' (niet ''kastien/kastjen''), aangezien dit kan leiden tot een verkeerde uitspraak.
*Het verkleinwoord -chie{{small()|n}}/-gie{{small()|n}} wordt geschreven als -chie{{small()|n}}.
 
Regel 332 ⟶ 339:
*De lange i-klank, zoals in het Nederlandse ''beer'' (en alle regionale varianten), wordt net als in het Nederlands geschreven als ee.
*De donkere lange o-klank{{Info|De Groningse oa: zo genoemd vanwege het veelvuldig gebruik in het Gronings, maar kan ook in andere dialecten voorkomen}} (klinkt als nl. n'''oo'''rd) wordt altijd als oa geschreven (dus: goan, loat, proat in ondermeer het Gronings, ongeveer uitgesproken als goon, loot, proot).
*De lichte lange o-klank (klinkt als en. t'''a'''lk of nl. r'''o'''ze of z'''o'''ne) wordt overal (ook in het Gronings) als ao geschreven (dus: aofmaoken, maor, praot, laot). Voor het zuiden van het Nedersaksische taalgebied betekent dit dat deze klank overal als ao wordt geschreven. Voor het Twents geldt dat er bij voorkeur ao wordt geschreven, maar vanwege de lange traditie van het schrijven van oa, is het gebruik hiervan ook toegestaan. Alhoewel in sommige dialecten woorden als: ''koor, ore, poorte'' vóór een r als ao klinken, worden ze vanwege de herkenbaarheid gewoongeschreven met een oo/o geschreven).
*Afrondingen van klinkers door een j- of w-klank worden, zoals in het Nederlands, zo veel mogelijk geschreven als -i of -u (dus: ''luui'' en niet ''luuj'', ''kou'' (t tegenoverestelden van warmte) en niet ''kouw'').
**Uitzondering is wanneer er in plaats van een d-klank een j- of w-klank wordt gehoord (bv. lu'''j'''en vs.en luhou'''dw'''en, houwaar het overige taalgebied lu'''wd'''en vs.en ho'''ld'''en zegt) etc. (bekende woordbeelden als ''roo'''i'''e'', en''goe'''i'''e'', ''doo'''i'''e'' blijven onveranderd).
**Een andere uitzondering is wanneer er na een u-klank (zoals in ''hut'') een j-klank volgt, dit wordt geschreven als ''uj'' {{IPA|[ʏi]}} om onderscheid te maken met de ui {{IPA|[œʏ]}}.
*De Groningse/Noord-Drentse ee-klank die wordt gevolgd door een j-klank wordt geschreven als eei. Omdat in het Gronings vrijwel alle ee's als eei worden uitgesproken, volstaat daar ook gewoon ''ee''. In Noord-Drenthe, waar zowel de Groningse als de Drentse ee voorkomt, wordt wel altijd eei geschreven om hier onderscheid tussen te maken.
*De Groningse/Noord-Drentse oo-klank die wordt gevolgd door een w-klank wordt geschreven als oou. Omdat in het Gronings vrijwel alle oo's als oou worden uitgesproken, volstaat daar ook gewoon ''oo''. In Noord-Drenthe, waar zowel de Groningse als de Drentse oo voorkomt, wordt wel altijd oou geschreven om hier onderscheid tussen te maken.
Regel 341 ⟶ 349:
*De -ij/-ei-klank wordt geschreven naar Nederlands voorbeeld. Daar waar het Nederlands niet als voorbeeld in voorziet, wordt er gekeken naar de etymologie van het desbetreffende woord (twee > twei, drie > drij, die > dij, nieuw > nij), hierbij kan gekeken worden naar bv. het Oudsaksisch, Oudgronings, etc. of naar de Nederlandse klanken.
*De lange en korte ö-klank (zoals in ''frœule'') worden gemaakt met de letter ö. Bij de spelling van deze letter wordt het Nederlandse voorbeeld gevolgd van bijvoorbeeld de a. Dus voor de lange klank: "nölen", "ie nöölt". Voor de korte klank: "röllen".
*In verschillende Nedersaksische spellingssystemen schrijft men een sjwa-klank wanneer die wordt gehoord, bv. ''natuur'' als ''netuur''. In de Algemene Nedersaksiese Schriefwieze wordt dit niet gedaan, aangezien de a weer terugkomt als er een suffix achter komt: netuur > naturist (in de ANS schrijven we dus: natuur > naturist; muziek > musikus; politiek > politikus), bij woorden als ''tillefoon/tellefoon'', ''rippubliek/reppubliek'', ''rippeteren/reppeteren'' kun je gewoon /i/ of /e/ schrijven, aangezien dit hier niet het geval is.
*Geen onderscheid lange en korte vokalen (huus-huuz, riet-bier, beest-gele).
*Aan het eind van een woord geen verdubbeling van de klinker, dus ''lu'' ipv ''luu''.
*Klankbreking en neusklanken wordt niet weergegeven, dus niet: ''weeër/weear'' voor "weer" of ''mà/wà'' voor "man/wal").
*Het verschil tussen de aa, ää en ae is soms niet helemaal duidelikduidelijk, maar de ää isgeeft namelijkin de ANS een klank weer die daartussen de aa en ae tusseninin zit {{IPA|[æː]}} (zie het bovenstaande schema bij aa/ae), hetzelfde principe geldt voor de ä {{IPA|[æːæ]}}.
*Als de /u/ aan het einde van een woord (eventueel gevolgd door een -w) kort wordt uitgesproken ({{IPA|[ʏ]}}, slechts in enkele gevallen) dan schrijft men ù, bv. ''ik dù'', ''vlùw'', maar: ''vluwwe'' (hier is geen accent nodig) en ''hùw'' (niet te verwarren met ''huwen'').
 
Regel 357 ⟶ 366:
 
===Specifieke woorden en gebruiken===
*Vreemde, geïmporteer degeïmporteerde woorden/namen worden geschreven zoals in de taal van herkomst, eventueel met uitzondering van de c-k/s en ''Großscheibung'' (bv. ''einzelgänger'', ''all-inclusive'', ''chip'', ''toilet'', ''hockey'', ''Julius Caesar'').
**Dit geldt niet voor woorden die al enige tijd zijn ingeburgerd zijn in de Nedersaksische dialecten, en eventueel een klankverandering hebben ondergaan (bv. ''sentrum'', ''akwarium/akwoariom'', ''konsekwent/konsekweant/konsekwint'', ''zaone'', ''kontraole'', ''raoze'').bijvoorbeeld:
***''buro, kado, nivo'' (nl. bureau, cadeau, niveau)
***''sju, sjuderans'' (nl. jus, jus d'orange)
***''sirkwie'' (nl. circuit)
***''akwarium/akwoariom'' (nl. aquarium)
***''konsekwent/konsekweant/konsekwint'' (nl. consequent)
***''sentrum/zentrum/zeantrum/zaentrum'' (nl. centrum)
***''kontraole, raoze, zaone'' (nl. controle, roze, zone)
***''sinjaal'' (nl. signaal)
***''medallie/medalje/medajje'' (nl. medaille)
***''vanilie/vanielje/vanieje'' (nl. vanille)
***''kampanje'' (nl. campagne)
***''kompajon/kompanjon/kompiejon'' (nl. compagnon)
***''konjak'' (nl. cognac)
***''odeklonje/oldeklonje/ojjeklojje/oujekloje/odeklonnie'' (nl. eau de cologne)
*Woorden waarbij de dubbele klinker een uitspraakbotsing veroorzaakt, maar niet zijnde samengestelde woorden, worden gewoon aan elkaar geschreven, dus bv. niet ''re-aksie'', maar gewoon ''reaksie'', de lezer wordt geacht te weten dat deze klank net als in het Nederlands wordt uitgesproken als {{IPA|[eːɑ]}}.
*WoordenDe alswoorden ''dezelfde'', ''hetzelfde'', ''zoalseenzelfde'', en ''zomaarzoals'' worden geschreven als ''de zelfde'', ''t zelfde'', ''zon aszelfde'' en ''zo meras''.
*Het Nederlandse woord ''eens'' wordt geschreven als ''es'' of ''eens/iens/ai(n)s''.
*Het Nederlandse woord ''er'' wordt geschreven als ''der'' en niet als '''r'' of ''d'r''.
*In woorden als ''zwart'' en ''word'' wordt de -r gewoon geschreven, ondanks dat deze niet wordt uitgesproken.
*Het voltooid deelwoord van samengestelde werkwoorden wordt zoveel mogelijk aaneengeschreven, wanneer dat tot een verkeerde uitspraak kan lijdenleiden wordt er een streepje tussen geschreven, bv. ''uutespreuken'', ''deuregaon'', ''aofestapt'', ''schonemaakt'', maar: ''in-egaon'', ''op-ezet'', bie-edaon (''inegaon'', ''opezet'' en bieedaon zouden kunnen lijdenleiden tot de verkeerde uitspraak ''ienegaon'', ''oopezet'' en ''bjeedaon'').
*Het gebruik van de verkorte en niet-verkorte lidwoorden niet door elkaar laten lopen (dus consequent: ''de, t, n'' óf ''de, het, een''), de voorkeur gaat uit naar de afgekorte vorm.
*Het verschil tussen de ''sch'' ({{IPA|[sx]}}, ''school''), ''sk'' ({{IPA|[sk]}}, ''skoele'') en ''sj'' ({{IPA|[ʃ]}}, ''sjoel'') komen wel tot uitdrukking in de spelling.
*De tussen-n wordt alleen geschreven wanneer deze gehoord wordt, bv. ''schaopevel'' (zonderuitspraak: {{IPA|[sxɔːpəvɛl]}}, zónder hoorbare tussen-n) of ''schaopenvel'' (uitspraak: ''schaopm·vel''{{IPA|[sxɔːpm̩vɛl]}}, ofmét ''schaopun·vel''hoorbare tussen-n).
 
==Voorbeelden in de ANS-spelling==
Regel 374 ⟶ 397:
 
===Drents (Nieuwleusen)===
Mien breurtien had gister ezocht naor zien lösse cd's en hef ze in n deusien edaone, zodet e ze niet kwiet zol raken. Hi'j was twei dagen elene bi'j mien oom op de boerderi'je west en toen had e ze mit-eneumen. Toe as e bi'j de dieren gung kieken, was der iene uut evalen. Saovends late was mien breur in huus ekomen en vreug e an mi'j: "He'j an mien spiegelplaoties{{Info|Dit woord wördt niet algemien gebruukt}} ezeten?" Ik zee de'k det niet had edaone, mar hi'j mienden det d'rder iene vört was. Hysteries vleug e deur t huus hen en toen bedocht e hum det e mit t deusien bi'j de lammechies ewest had. Toe as e naor mien oom hen reed en in t laand gung kieken, zag e n blauwe glinstering in t grös. t Was zien spiegelplaotien en gelokkig was der niks mit gebeurd. Hi'j beud mi'j vriendelik zien verontschuldigingen an veur de anti'jgingen. "Zu'w aargens gaon aeten?" vreug mien moe. Mien va zee: "Is goed, mar niet zo duur heur, lieverd!" En daor gunge wi'j dan. Toe a'w gungen zitten, vreug n ober wat a'w drinken wolden. Ik nam n glasien water en de rest wol wien. Inienen zee mien va: "Wat bliksem, ik mutte de schaopen nog voeren!" Mien moe wördden hellig: "Praot niet zo hard! Det ku'j vanaovend ok nog wal!" Mien va aksepteerden t en begunden langzem an zien biefstuk. Geleuft mi'j: as mien volk uutaeten giet, dan ku'j der niet bi'j wezen!
 
===Gronings===
Regel 384 ⟶ 407:
 
===Sallands (Lutten en omgeving)===
Mien breurtien had gisteren ezöcht naor zien lösse cd's en hef ze in n deusien edaone, zodat e ze niet kwiet zol raken. Hi'j was twee dagen eleedneleden bi'j mien ome op de boerderi'je ewest en toen had e ze mit-eneumen. Toen e bi'j de dieren gung kieken, was der iene uut evallen. Saovends laeteläte was mien breur in huus ekomen en vreug e an mi'j: "He'j an mien ceedeescd's ezeten?" Ik zee da'k dat niet had edaone, maar hi'j meenden dat der iene vötvört was. Hysteries vleug e deur 't huus hen en toen bedacht e zich dat e mit 't deusien bi'j de lammechies ewest was. Toen e naor mien ome hen reed en in 't laand gung kieken, zag e 'n blauwe glinstering in t grös. 't Was zien ceedeegiencd'gien en gelukkig was der niks mit gebeurd. Hi'j beud mi'j vriendelik zien verontschuldigingen an veur de antiegingen. "Zu'w argens gaon eten?" vreug mien moe. Mien va zee: "Da's goed, maar niet zo duur heur, lieverd!" En daor gunge wi'j dan. Toe wi'j gungen zitten, vreug d'de ober wat owo'w drinken wollen. Ik had 'n glasien water en de rest wol wien. Iniens zee mien va: "Wat bliksem, ik mut de schaopen nog voeren!" Mien moe wördden hellig: "Praot niet zo hard! Dat ku'j vanaovend ok nog wel!" Mien va aksepteerden 't en begunnen langzaam an zien biefstuk. Geleuf mi'j: as mien volk uut etenuuteten giet, dan ku'j der niet bi'j wezen!
 
===Stellingwerfs===
Mien bruurtien had gister zocht naor zien losse cd's en het ze in n deusien daon, zodat hi'j ze niet kwiet zol raeken. Hi'j was twie daegen leden bi'j mien oom op de boerderi'je west en doe had hi'j ze mitneumen. Doe hi'j bi'j de dieren kieken gong, was der iene uut valen. Aovends laete was mien bruur thuuskommen en vreug hi'j an mi'j: "He'j an mien spiegelplaeties zeten?". Ik zee dat ik dat niet daon had, mar hi'j meende dat der iene votvort was. Hysteries vleug hi'j deur t huus hen en doe bedocht hi'j him dat hi'j mit t deusien bi'j de laomerties west had. Doe hi'j naor mien oom reed en in t laand kieken gong, zag hi'j n blauwe gleenster in ett grös. t Was zien spiegelplaetien en gelokkig was der niks mit gebeurd. Hi'j beud mi'j vrundelik zien exkuses an veur de beskuldigings. "Zu'w uuteten gaon?" vreug mien moeke. Mien heit zee: "Is goed, mar niet zo duur heur, lieverd!", en daor gongen we dan hen. Doe we zitten gongen vreug de ober wa'w drinken wollen. Ik had n glaesien waeter en de rest wol wien. In ienen zee mien heit: "O heremientied, ik mut de skaopen nog voeren!". Mien moeke wordde lellik: "Praot niet zo hard! Dat ku'j natuurlik vanaovend ok nog doen!" Mien heit aksepteerde t en begon rustig an zien biefstok. Geleuf mi'j, as mien oolden uuteten gaon, dan ku'j der niet bi'j wezen!
 
====Kop van Overijssel (Zuidveen)====
Mien breurtien had gister ezocht naor zien lösse cd's en hef ze in n deusien edaone, zodet e ze niet kwiet zol raeken. Hi'j was twei daegen elene bi'j mien oom op de boerderi'je west en toen had e ze mit-eneumen. Toe as e bi'j de dieren gong kieken, was der iene uut evalen. Saovends laete was mien breur in huus ekomen en vreug e an mi'j: "He'j an mien spiegelplaoties{{Info|Dit woord wördt niet algemien gebruukt}} ezeten?" Ik zee de'k det niet had edaone, mar hi'j mienden det der iene vört was. Hysteries vleug e deur t huus hen en toen bedocht e hom det e mit t deusien bi'j de lammechies ewest had. Toe as e naor mien oom hen reed en in t laand gong kieken, zag e n blauwe glinstering in t grös. t Was zien spiegelplaotien en gelokkig was der niks mit gebeurd. Hi'j beud mi'j vriendelik zien verontschuldigingen an veur de anti'jgingen. "Zu'w aargens gaon aeten?" vreug mien moe. Mien va zee: "Is goed, mar niet zo duur heur, lieverd!" En daor gunge wi'j dan. Toe a'w gongen zitten, vreug n ober wat aw drinken wolden. Ik had n glaesien waeter en de rest wol wien. Inienen zee mien va: "Wat bliksem, ik mutte de schaopenskaopen nog voeren!" Mien moe wördden hellig: "Praot niet zo hard! Det ku'j vanaovend ok nog wal!" Mien va aksepteerden t en begunden langzem an zien biefstuk. Geleuft mi'j: as mien volk uutaeten giet, dan ku'j der niet bi'j wezen!
 
===Twents (Rijssen)===
Mien breurken har gisteren ezocht naor zien lösse cd's en hef ze in n deusken edaon, zodat e ze neet kwiet zol raken. Hee was twee daege leden bie mienen eum op de boerderieje ewest en to had e ze met-enömmen. To at e bie de deers gung kieken, was der ene oet evöllen. Saowends late was mien breur in t hoes ekömmen en vreug e an mie: "He'j an mienmiene spegelplaatjes ezetten?". Ik zee a'k det neet edaon har, mer hee maenden at der ene vort was. Hysteries vleug e duur t hoes hen en to bedachten e zikzelf det e met t deusken bie de lammekes ewest har. To at e naor mienen eum hen reed en in t laand gung kieken, zag e ne blauwe gleenstering in t grös. t Was zien spegelplaatjen en gelukkig was der niks met gebuurd. Hee beud mie vraendelik zinne verontskooldigings an vuur de antiegings. "Zö'w oargens hen etten gaon?" vreug mien moor. Mien vaar zae: "Is good, mer neet zo deur heur, lewerd!", en daor gunge wie dan. To at wewie gungen zitten vreug n ober wa'w dreenken wollen. Ik har n glaesken water en de rest wol wien. In enen zae mien vaar: "Gedooksemie, ik mut de sköpe nog voren!". Mien moor wörden hellig: "Kuiert neet zo hard! Det kö'j vanaowend ook nog wal!" Mien vaar aksepteerden t en begun haenig an zien biefstokbiefstuk. Geleuwt mie, as mien volk hen etten geet, dan kö'j der neet bie waen!
 
{{Uutklappen
Regel 402 ⟶ 425:
 
===Urkers===
Meen bruurtjen et gister ezocht naor z'n losse cd's in et ze in n dosien edaon, zodat ie ze niet kweet zou raken. IJ was aargister bij m'n ome op de boerderije ewest in toe ad ie ze mie-eneumen. Toe ie bij de dieren ging kieken, was er iene eut evullen. Savends laot was m'n bruur teusekeumen in vroeg an mij: "Aew je an meen cd's ezeten/ezieten{{Info|Vuur 1950: ezeten, nao 1950: ezieten}}. Ik zeen dat ik dat niet edaon adde, mar ij docht dat der iene vort was. Eut t redden vleug ie duur t eus ene en toe bedocht ie dat ie mit t dosien bij de lammetjes ewest adde. Toe ie naor meen ome toe rien in op ett laand ging kieken, zag ie wat blaauws glinsteren in ett gres. Ett wasWas z'n cd in gelokkig was der niks mie gebeurd. IJ beudt vriendelik z'n verontskuldigingen an voor de beskuldigingen. "Zullen we beuten de duur gaon eten?", vroeg m'n moeder. M'n vader zeen: "Goed oor, mar niet zo duur, lieverd!", in daor gingen we dan. Toe we gingen zitten vroeg de ober wat we wouwen drinken. Ik wou n glaosien waoter in de angeren ween. Opiensen zeen m'n vader: "Verdorie, ik moet de skapen nog voeren!" M'n moeder worde kwaod: "Praot niet zo arde! Dat kuun je vanzelf vanavend ok nog doen!" M'n vader leusterde in begon kalm an z'n biefstok. Geloof mij, wannaar meen ouweluien beuten de duur gaon eten, ku'je der niet bij wezen!
 
===Veluws===
====Nunspeet====
Mien breurtjen had gister ezöcht naor zien losse cd's en hef ze in n deusjen edaon, zodat e ze niet kwiet zol raken. Hij was twee dagen eleenelejen bie mien noom op de boerderieje ewest en toe had e ze mee-eneumen. Toe ehij bie de dieren gung kieken, was der ene uut evuilenevöllen. Savends laote was mien breur thuusekeumen en vreug e an mien: "Hei'jie an mien spegelplaotjes ezeten?". Ik zeeg da'k dat niet edaon had, mer hij meenden dat der ene vort was. Hysteries vleug e deur t huus heer en toe bedocht e z'n eigen dat e mit t deusjen bie de lammetjes ewest had. Toe ehij naor mien noom toe ree en in t laand gung kieken, zag e n blauwe glinstering in t gres. t Was zien spegelplaotjen en gelokkig was der niks mee gebeurd. Hij beud mien vrendelik zien exkuses an veur de beschuldigingen. "Zu'w uuteten gaon?" vreug mien moene. Mien vaor zeeg: "Is goed, mer niet zo duur heur, lieverd!", en daor gungen wulen dan. Toe we gungen zitten vreug de ober wa'w wollen drinken wollen. Ik had n glaosjen waoter en de rest wol wien. Op eens zeeg mien vaor: "Blikken nemmer, ik mötmut de schapen nog voeren!". Mien moene wördden hellig: "Praot niet zo hard! Dat ku'j natuurlik vanavend oek nog doon!" Mien vaor aksepteerden t en begun rustig an zien biefstok. Geleuf mien, as mien volk uuteten geet, dan ku'j der niet bie ween!
 
====Putten====
Mien breurtjen had gister ezocht naor zien losse cd's en het ze in n deusjen edaon, zodat ie ze niet kwiet zou raken. Hie was twee dagen elejen bie mien oom op de boerderie eweest en toe had ie ze mee-eneumen. Toe iehie bie de dieren gung kieken, was der een uut evullen. Savends laot was mien breur thuusekommen en vreug ie an mien: "Hei'jie an mien spiegelplaotjes ezeten?". Ik zei da'k dat niet edaon had, mar hie meende dat der een vort was. Hysteries vleug ie deur t huus heen en toe bedocht ie z'n eigen dat ie mit t deusjen bie de lammetjes eweest had. Toe iehie naor mien oom toe ree en in t land gung kieken, zag ie n blauwe glinstering in t gres. t Was zien spiegelplaotjen en gelukkig was der niks mee gebeurd. Hij beud mien vriendelik zien exkuses an veur de beschuldigingen. "Zu'w uuteten gaon?" vreug mien moer. Mien vaor zei: "Is goed, mar niet zo duur heur, lieverd!", en daor gungen wulie dan. Toe we gungen zitten vreug de ober wa'w drinken wouwen. Ik had n glaosjen waoter en de rest wou wien. Op eens zei mien vaor: "Blakskaoter, ik moet de schapen nog voeren!". Mien moer wordden hellig: "Praot niet zo hard! Dat ku'j natuurlik vanavend oek nog doen!" Mien vaor aksepteerde t en begun rustig an zien biefstuk. Geleuf mien, as mien volk uuteten gaot, dan ku'j der niet bie wezen!
 
==Angelsaksies (Oksford en umstreekn)==
Mai littel brödder jestedee hed loekd for his sempel ciediies en het poet dem in eh smol box, so hie woed not loeoez dem. Toe dees eh goo hie wos bai mai önkel et de faam en hed teken dem wid him. Es hie loekt bai die ennimels, wan wos fallen out. Leet in die iievening mai bröddeh keem hoom en aast mie: ”Did joe tuts mai ciediies?” Ai seejd det ai didnt, but hie ment det wan feejld. Histeerikelly hie strood troe de hous en den hie riememberd det hie hed biien wid de box bai de littel lems. Es hie droof to mai önkels en loekt in de lend, hie sow e bloe glissening in de graas. It wos his ciediie en end fortoeneetelie nötting heppend wid it. Hie frendlie apollozjaist toe mie for his akkoesjuns. Mödder seejd: “Sjel wie koo somweer for eh dinneh?” Mai ded seejd: “Dets well, if its not toeoe ekspensif, daaling!” En deer wie went. Es wie set doun, de weejter aast us wot wie wonted toe drink. Ai hed eh glaas of wotteh, de rest of us wonted wain. Suddenlie mai faadeh seeid: “: Koed hevvens, ai must fiied de sjiiep!” Mai möddeh kot enkrie. “Doont taok so lout! Det joe ken doe leter dis nait es wel!” Mai faadeh eksepted det en staarted wid his bief. Biliief mie, es mai piiepel koos out for dinneh, joe kennot steej wid dem.