De Drie Podagristen
De Drie Podagristen was het pseudoniem waoronder A.L. Lesturgeon (1815-1878), predikaant te Hesseln en Sweel, Dubbeld Hemsing van der Scheer (1791-1859), uutgever en schriever te Koevern en Harm Boom (1810-1885), Drèentstalige schriever te Assen heur reisverhalen aover Drenthe publiceerden. Ze schreven aover de zeden, gebruken en taal van de lu in Drenthe. Een 'podagrist' is iene die lid an voetjicht (podagra).
Drenthe in vlugtige en losse omtrekken geschetst door Drie Podagristen kwaamp in 1842-47 in verscheiden dielen in Koevern uut. In dit verslag schrieft ze aover Zuud-Oost- en Oost-Drenthe. Heur boek was "een stimulans tot het verhogen van het literaire niveau in Drenthe".[1] Veural Lesturgeon zol 't boek eschreven hebben, en de "Drie Podagristen" zolden zölfs "niet of nauwelijks" de gezamelijke reis emeuken hebben die as 't boek beschrif. [2] Een facsimile van 't wark kwaamp uut in 1974 bij uutgeverij M.A. Van Seijen in Leeuwarden.
In 1943 höld de studiekring D.H. Van der Scheer - de veurloper van Het Drentsch Genootschap - een Podagristenherdenking (onder de dekmaantel van een jaorvergadering van 't Provinciaal Museum; ze dachten det heur activiteiten wel verboden zolden weden). Hiermit begunde 't onderzuuk naor de Podagristen.
Rouke Broersma schrif in Scheupers van de taol: Bloemlezing van de Drèentse Schrieverij 1837-2003 aover de Drie Podagristen:
- "Zij waren bepaald geen enghartige regionalisten, maar eerder ruimdenkende kosmopolieten, die, in overeenstemming met de toenmalige tijdgeest, de Romantiek, en vanuit een brede internationale oriëntatie, erkenning zochten voor het streekeigene [...] Ze onderzochten, studeerden, schreven, zetten anderen aan tot onderzoek, studie en schrijven, ze ontwikkelden publicatiekanalen (uitgeverij, krant, almanak). De Drentse literatuur is begonnen."
Verwiezings
bewark- ↑ Nijkeuter, Hendrik (2001), De "pen gewijd aan Drenthe's dierbren grond" : literaire bedrijvigheid in de Olde Lantschap, 1816-1956, Grunnen: RUG (dissertatie, p.23)
- ↑ Nijkeuter, Hendrik (2001), De "pen gewijd aan Drenthe's dierbren grond" : literaire bedrijvigheid in de Olde Lantschap, 1816-1956, Grunnen: RUG (dissertatie, p.49-50)